2.7 1620-1621 veranderingen in de werkwijze
In de twee schilderijen die nu aan bod komen, lijkt een duidelijke afname van de mate waarin Lastman de ondertekening inzet een logisch vervolg op de hiervoor besproken ontwikkeling.
De werkwijze in De rust op de vlucht naar Egypte uit 1620 in Londen (nr. 32), waar amper nog ondertekening valt waar te nemen, zou gezien kunnen worden als een voortzetting van de ingeslagen weg naar een minder baseren op een eerste opzet in krijt en sterker op verfcontouren en zwierige penseelstreken (afb. 66).1 Bekende fenomenen, zoals een ondertekend rondje voor het rechteroog van Christus, het aangeven van de anatomie onder de kleding van Jozefs mouw – in dit geval met een verftoets –,2 en een aantal wijzigingen in de vormen, duiden erop dat niet alle aspecten van de werkwijze veranderen. Uit IRR van het 1621 gedateerde kleine werk met Jona en de walvis (nr. 33) blijkt evenwel opnieuw dat van een strikt lineaire ontwikkeling geen sprake is.3 Op dit schilderij is voor de figuur van Jona een uitgebreide ondertekening aangebracht (afb. 67). Deze lijkt te zijn vervaardigd in twee fasen, getuige dunnere lijnen die bijvoorbeeld zijn te zien bij de torso of dwars over het rechterbovenbeen. In de linkerarm van de profeet is, zoals hierboven al vermeld, bovendien een wijziging in de ondertekening zelf te zien, waarbij de arm ten opzichte van de eerste versie iets lager opnieuw werd getekend.4 Met de gebruikelijke aanpassingen werd de figuur in verf omgezet. In de walvis daarentegen valt geen uitvoerige ondertekening waar te nemen, maar wel komen er wijzigingen tijdens het schilderproces voor. Hier lijken de beide systemen – met en zonder een in IRR waarneembare ondertekening in krijt – naast elkaar te bestaan. De noodzaak om de compositie vooraf te laten gaan door een extensieve ondertekening is echter tanende. Dit vormt een vooraankondiging van twee schilderijen waar de ondertekening is gereduceerd tot enkele cruciale passages.

Afb. 66
Pieter Lastman,
De rust op de vlucht naar Egypte, 1620 gedateerd,
Londen (Engeland), National Gallery (London), inv./cat.nr. L162,
detail in IRR en VIS

Afb. 67
Pieter Lastman,
Jona en de walvis (Jona 2:10), 1621 gedateerd,
Düsseldorf, Museum Kunstpalast, inv./cat.nr. 193,
detail in IRR en VIS
Notes
1 Seifert 2006, p. 21, afb. 9, 11, wijst in verband met deze voorstelling op het gebruik door Lastman van een tekening van Jan Pynas, mogelijk is dat mede van invloed geweest op de noodzaak voor een minder extensieve opzet in krijt.
2 Wellicht gaat het om de mouw van het hemd waaroverheen de mantel werd verlengd.
3 Zoals hierboven al aangegeven, kan niet worden uitgesloten dat tussen aanvang enerzijds en voltooiing en datering van een werk anderzijds een tijdsspanne heeft gelegen.
4 Dergelijke aanpassingen in de fase van ondertekenen komen vaker voor, bijv. in De offerstrijd tussen Orestes en Pylades (nr. 20) of De ontmoeting van Odysseus en Nausikaä van 1619 (nr. 29). Zie ook hierboven paragraaf 1.