Lastman in focus

RKD STUDIES

2.1 De vroegste schilderijen


Voor de bespreking van de ondertekening in de schilderijen van Pieter Lastman dient als startpunt de analyse van IRR-materiaal van wat waarschijnlijk de vroegste werken zijn die werden vervaardigd na de terugkeer uit Rome. Het betreft een grisaille op klein formaat: Christus op de Olijfberg uit de Staatsgalerie te Stuttgart (nr. 2). Dit schilderij is mogelijk gebaseerd op een verloren gegaan werk van Adam Elsheimer dat alleen nog uit een beschrijving bekend is.1 Lastmans grisaille is gebruikt als model voor een prent door Pieters broer Nicolaes en zal gezien de datering 1608 op de prent omstreeks 1607/08 zijn ontstaan.2 Met deze grisaille laat zich De vlucht naar Egypte, gedateerd 1608, in Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam goed vergelijken (nr. 3). Voor dit vroege werkje liet Lastman zich eveneens door Elsheimer inspireren.3

#

Afb. 24
Pieter Lastman,
De vlucht naar Egypte, 1608 gedateerd,
Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, inv./cat.nr. 1442,
detail in IRR en VIS

Met IRR is in deze twee kleine voorstellingen een ondertekening in zwart krijt aangetroffen. Het betreft vrij losse lijnen, soms meerdere keren getrokken, waarmee de belangrijkste elementen in de compositie zijn voorbereid. In het werkje te Rotterdam valt alleen ondertekening waar te nemen in de voorgrondfiguren (afb. 24) en in de vegetatie in de voorgrond links en aan de linker beeldrand. In beide gevallen zijn details zoals haren, ogen of enkels in de eerste opzet in krijt aangeduid. In verhouding doet de ondertekening in De vlucht naar Egypte soms enigszins chaotisch aan, zoals in het bovenlichaam van Jozef. Om de anatomie onder de kleding op correcte wijze weer te geven lopen op het paneel in Stuttgart lijnen voor de bovenbenen onder de stof van Johannes’ kleding door, wat al in dit vroege schilderij het werk-karakter van de ondertekening bij Lastman onderstreept (afb. 25).4 IRR toont aan dat de belangrijkste elementen in de voorstelling ook op dit kleine formaat werden ondertekend om als basis voor de schildering te dienen.

Hoewel de ondertekening nog wat voorzichtig oogt, blijkt dat al in deze vroege voorstellingen bij het uitwerken in verf vrij en los met de ondertekening wordt omgegaan. In beide composities komen namelijk kleine verschuivingen en aanpassingen van de vormen voor. Een wijziging, zoals in de bloemen in de voorgrond van het schilderij te Stuttgart die door hun aanpassing mogelijk de treurnis van Christus accentueren, lijkt inhoudelijk bepaald (afb. 25).5

#

Afb. 25
Pieter Lastman,
Christus op de Olijfberg, ca. 1607-1608,
Stuttgart, Staatsgalerie Stuttgart, inv./cat.nr. LS 201,
detail in IRR en VIS

De doop van de kamerling te Berlijn stamt ook uit 1608,6 (nr. 4). Op dit eveneens kleine paneel is amper ondertekening zichtbaar te maken, wat erop wijst dat Lastmans werkwijze in de vroege jaren nog niet geconsolideerd was. Hoewel er enkele krijtlijnen te onderscheiden zijn, lijkt de voorstelling vooral met losse, zwierige penseelstreken te zijn opgezet. Deze zijn goed waar te nemen in de figuur rechts, die de paarden vasthoudt (afb. 26). Dergelijke toetsen komen niet alleen in iets voorzichtiger vorm op het paneel te Stuttgart voor, maar we zien ze tevens in latere werken, zoals hierna nog zal blijken. Ten opzichte van de eerste opzet vallen enkele wijzigingen waar te nemen, zoals in de hoofden van de paarden of in verkleinde en naar boven verschoven figuren tussen de kamerling en Philippus.7

Ondanks de verschillen in werkwijze komen in deze vroege werken de in profiel weergegeven kalende hoofden van Petrus te Stuttgart, van Jozef op het werk in Rotterdam en van Philippus op het Berlijnse schilderij sterk met elkaar overeen.

Een ander werk uit deze vroege fase is De kindermoord te Bethlehem (nr. 5),8 dat niet is gesigneerd en rond 1607/1608 wordt gedateerd. Het werk heeft een groter formaat en een complexere compositie met aanmerkelijk meer figuren. Met IRR lijkt een ondertekening aanwezig die vooral bestaat uit contouren, waarschijnlijk getekend in een droog materiaal.9 De tekening is waar te nemen in de figuren en de architectuur, maar niet in het landschap. Op een enkele plaats zijn arceringen herkenbaar die mogelijk zijn uitgevoerd in een vloeibaar medium. In de architectuur links is goed te zien dat in de ondertekening bij het muurvlak achter de mannen op het balkon een tongewelf was voorzien, waarvoor gebruik werd gemaakt van een passer (afb. 27). Er komen enkele kleine veranderingen voor die opnieuw aanduiden dat de kunstenaar ook op dit grotere formaat nog zocht naar de juiste weergave van verschillende elementen.

Uit ongeveer dezelfde periode, ca. 1608, stamt De rust op de vlucht naar Egypte (nr. 6). Hier is, hoewel summier, een ondertekening in krijt te zien die vooral de figurenscène voorbereidt.10 Met enigszins voorzichtige lijnen zijn figuren en objecten in de voorgrond opgezet, terwijl in het landschap amper ondertekening valt waar te nemen. Arceringen ontbreken. Net als in de andere werken komen er kleine wijzigingen voor, zoals bij de hoed en het kruikje linksonder, in Maria’s kleed of in het landschap (afb. 28).

#

Afb. 26
Pieter Lastman,
De doop van de kamerling, 1608 gedateerd,
Berlijn, Staatliche Museen zu Berlin, inv./cat.nr. 677,
detail in IRR en VIS

#

Afb. 27
Pieter Lastman,
De kindermoord te Bethlehem, ca. 1607-1608,
Braunschweig, Herzog Anton Ulrich-Museum,
IRR-detail

Uitgebreider is de ondertekening in de 1609 gedateerde,11 eerste versie van De ontmoeting van Odysseus en Nausikaä (nr. 7) te Braunschweig.12 Deze is opgezet met losse, schetsmatige lijnen, die op enkele plekken diverse keren hernomen zijn, en komt vooral voor in de figuren en objecten. De tekening is weliswaar voorzichtig in de lijnvoering, maar begint toch al wat gedurfder en vlotter te worden. Arceringen voor licht-donker zijn niet waargenomen,13 maar wel is onder de kleding een aantal keren de vorm van de anatomie in de ondertekening aangegeven. Veranderingen ten opzichte van de ondertekening duiden erop dat de kunstenaar vormen corrigeerde, maar niet in de compositie ingreep. De wijzigingen lijken enerzijds het thema te versterken, zoals door de meer geopende handen van Odysseus of door aanpassingen in het stilleven op de voorgrond, die de blik van de beschouwer naar de vrijwel naakte held toetrekken (afb. 29). Anderzijds duiden ingrepen in de voeten van een aantal personages mogelijk op het schildertechnisch beter integreren van de figuur in het landschap.

Uit de bespreking van deze vroege werken blijkt dat de ondertekening niet overal even consequent valt waar te nemen en, indien aanwezig, door Lastman nog vrij voorzichtig is opgezet. Wel is deze bepalend voor de compositie. Bij het uitwerken in verf wordt de ondertekening niet als dwingend opgevat, want de vormen kunnen nog enigszins veranderen of verschuiven. Het betreft een zoeken naar de uiteindelijk meest bevredigende weergave, echter zonder grote ingrepen in de oorspronkelijk geplande opzet.

#

Afb. 28
Pieter Lastman,
De rust op de vlucht naar Egypte, ca. 1608,
Berlijn, Staatliche Museen zu Berlin, inv./cat.nr. 747,
IRR-detail

#

Afb. 29
Pieter Lastman,
De ontmoeting van Odysseus en Nausikaä, 1609 gedateerd,
Braunschweig, Herzog Anton Ulrich-Museum, inv./cat.nr. 210,
IRR-detail


Notes

1 Seifert 2008, p. 204.

2 Seifert 2011 p. 40, afb. 21, 22.

3 Zie Seifert 2011, p. 157, afb. 152 en 153. Of Lastman kennis had van Elsheimers werkwijze is niet bekend. Voor bespreking van het creatieve proces in een werk van Elsheimer zie Gerken/Weber/Pollmer-Schmidt 2024.

4 Zie hierboven.

5 Zie ook hieronder.

6 De datering is op de high-res opname niet goed te ontcijferen.

7 Vergelijk deze met De doop van de kamerling te München (nr. 31).

8 Seifert 2011, p. 31-32; voor Italiaanse invloeden in dit werk, zie Seifert 2011, p. 147.

9 Voor een eerste beschrijving dank ik Hildegard Kaul en Verena Herwig, ongepubliceerd rapport d.d. juli 2022.

10 De lijnen lijken her en der uit puntjes te bestaan waardoor aan pouncing als gevolg van een doorgeprikt karton gedacht zou kunnen worden. Waarschijnlijker is echter dat het gaat om het hobbelen van het krijt over de grondering. Ook komen puntjes in rechte lijnen voor op plaatsen waar geen krijt is te zien en moet eerder aan kleine oneffenheden veroorzaakt door de houtstructuur van het paneel worden gedacht.

11 Eerste belangrijke observaties door Kaul/Herwig, ongepubliceerd rapport juli 2022.

12 Voor dit schilderij zie onder andere Golahny 2008 en Seifert 2011, p. 102-103, waar bepaalde elementen uit de voorstelling gerelateerd worden aan Homerus’ Odyssee.

13 Kaul/Herwig ongepubliceerd rapport juli 2022 vermelden ‘breite Schattenlinien’ in hoofd en schouder van Odysseus, maar dit lijkt enkele verftoetsen te betreffen en geen ondertekening. Verder is er streaky imprimatura zichtbaar (zie hiervoor ook het Addendum).