Nr. 1 De onthoofding van de Heilige Paulus
Niet gedateerd, Utrecht, Museum Catharijneconvent

IRR

toegeschreven aan Pieter Lastman
De onthoofding van de Heilige Paulus, 1601/1602
Utrecht, Museum Catharijneconvent, inv./cat.nr. BMH s141
Op de infraroodopnames van De onthoofding van de Heilige Paulus, mogelijk ontstaan voorafgaand aan de reis naar Italië (ca. 1603/04-1606/07),1 viel geen ondertekening te detecteren. Seifert voert voor het vroege ontstaan een aantal argumenten aan, onder andere de manier waarop figuren ten dele met sterke contouren worden aangeduid, vooral bij de benen. Dit vergelijkt de auteur met de vroege tekeningen. Op de infraroodopnames vallen deze geschilderde contouren her en der waar te nemen, niet alleen in de benen, maar bijvoorbeeld ook bij de haren van de in het donker gehulde figuren achter Paulus.
Er komt wel een wijziging voor. De voet van Paulus rust op een platte steen, die waarschijnlijk over de onderliggende verfstrook voor de schaduw van de beul heen werd aangebracht (zie IR). Dit zou betekenen dat dit blok een latere toevoeging is, mogelijk omdat de manier waarop de voet op de grond rust niet juist was.2 Het blok met de martelzuil heeft door de ingreep een wat vreemde vorm, met maar aan een kant een dwarsgedeelte. Een element dat verder opvalt is de reflectie van de paars-grijze doek rond het hoofd van de soldaat te paard, die zich op de IR-foto heel scherp en licht aftekent.

IR
Notes
1 Seifert ziet het, in navolging van Kurt Bauch, als een vroeg werk van Lastman dat de kunstenaar voor de reis naar Italië zou hebben vervaardigd en dat nog sterk onder invloed van de leermeester Gerrit Pietersz. staat; Bauch 1951, 225, afb. 3; Seifert 2011, p. 24-27, afb. 4; Priem 2012a. De aanwezigheid van de Piramide van Cestius te Rome en andere antikiserende elementen op het schilderij, zouden evenwel kunnen wijzen op een ontstaan na Lastmans verblijf in Rome. Omdat Gerrit Pietersz. een tijd in de Italiaanse hoofdstad doorbracht (Seifert 2011, p. 27), kan dit echter ook een indirecte ontlening betreffen.
2 In veel schilderijen van Lastman ontstaat de indruk dat kleine wijzigingen bij de voeten zijn doorgevoerd om deze goed te integreren en ze juist op de grond te plaatsen. Het voert echter te ver om dat gegeven als toeschrijvingscriterium in te zetten.