Nr. 26 De engel Rafaël neemt afscheid van de oude Tobit en zijn zoon Tobias
1618, Kopenhagen, SMK - National Gallery of Denmark
In De engel Rafaël neemt afscheid van de oude Tobit en zijn zoon Tobias zien we de bekende ondertekening met vlotte, soms verscheidene malen getrokken lijnen. Dunnere lijnen her en der behoren mogelijk tot een eerste opzet van een ondertekening in twee fasen. Arcering is spaarzaam en komt voor in de vorm van kleine krabbels, bijvoorbeeld op de kuit en handrug van Tobias, bij de schouder van de engel of in de hals en onder het oog van het paard rechts. Op het rechterbeen van Tobit werd een lijn ingezet om de schaduw af te bakenen. De bekende, wat knobbelige weergave is goed waar te nemen bij het linkerbeen van Tobias en de linkerarm van de engel. Ook de als platte ovaal getekende mond van de oude Tobit zien we vaker bij Lastman. In de stilleven-partij, met daarin prominent figurerend de bekende kan van Adam van Vianen die Lastman vaker weergaf,1 is maar weinig tekening zichtbaar te maken. Voor de bosschage links zijn slechts een paar lijntjes te zien. De architectuur en bijbehorende vegetatie rechts daarentegen vertonen een voor Lastman ongebruikelijk uitgebreide opzet in krijt. Dit hangt waarschijnlijk samen met de uitvoerige, perspectivische weergave van Nineveh, de hoofdstad van Assyrië en woonplaats van Tobit en Anna die wordt vermeld in het Bijbelboek Tobias (Tobias 12:6-22).
Bij het uitwerken van de ondertekening in verf kunnen we vertrouwde elementen observeren, bijvoorbeeld het verkleinen van de vleugels van de engel.2 Verder is de plooival aangepast, vooral in de engel en in mindere mate in Tobias en Tobit. Van de uitwaaierende stroken stof links van de engel is het uiteinde van de bovenste verkleind, hetgeen pas gebeurde nadat de picturale lagen al ten dele waren aangebracht.3 Haren, handen en voeten tonen nog bescheiden correcties. In de dieren rechts zijn ook veranderingen waar te nemen. Zo had de kop van de rechter van de twee geiten een andere houding. Opmerkelijk is dat in het lijf van de haan de kop van een vogel waar valt te nemen, daar was waarschijnlijk een kip gepland. De figuren die zich tussen de ezel en het hoofd van Tobias bevinden, zijn uiteindelijk kleiner geschilderd dan gepland en de kudde koeien wijkt enigszins af van de opzet in krijt. Tevens lijken rechts van Tobias’ hoofd vlot ondertekende figuren zichtbaar die niet zijn uitgevoerd in verf, terwijl daarentegen voor de kleine figuren die nu in verf voorkomen tekening ontbreekt.
In de uitvoerige architectuur zijn ook veranderingen aangebracht, zoals het verlagen van de muur links van de poort. Bij het grote gebouw rechts werd een – waarschijnlijk – lager doorlopend schuin dak achterwege gelaten, terwijl de man op de ladder in een later stadium werd toegevoegd. Het waterbassin onder de fontein was aanvankelijk hoger gepland en daarboven bevonden zich andere vormen. De satyr die water spuwt uit zijn fluit werd pas in tweede instantie bedacht. Dergelijke aspecten wijzen weer op een doorgaand creatief proces.

IRR

Pieter Lastman
De engel Rafaël neemt afscheid van de oude Tobit en zijn zoon Tobias (Tobias 12:6-22), 1618 gedateerd
Kopenhagen, SMK - National Gallery of Denmark, inv./cat.nr. KMS3922