Nr. 23 Christus en de Kanaänitische vrouw
1617, Amsterdam, Museum Rembrandthuis
De krijtondertekening in Christus en de Kanaänitische vrouw is schetsmatig, maar iets minder uitvoerig dan in andere werken van Lastman uit die periode, waar daarnaast wat vaker meervoudige contourlijnen voorkomen. Verder zien we dikke contouren in verf die de vormen her en der omlijnen en ten dele door de verflagen daaromheen weer wat zijn afgedekt. Er vallen wederom vertrouwde elementen waar te nemen zoals enkele golvende krabbels voor de schaduwwerking – in dit geval op de schouder van de man rechts –, tenen die als ovaaltjes zijn ondertekend en ogen als rondjes. Dit maakt duidelijk dat het niet om een andere hand gaat. Ook de manier waarop de ondertekening in verf wordt omgezet, vertoont weer veel wijzigingen.1 Dit zien we bijvoorbeeld in de opspringende hondjes in de voorgrond, ontleend aan het Bijbelverhaal, of in het boek dat de man rechts draagt en dat aanvankelijk met de verfcontouren als een opgerold document was gepland.2 De blikrichting van een aantal figuren lijkt in IRR anders en krijgt zijn uiteindelijke vorm pas in de uiteindelijke verflaag, zoals vaker gesignaleerd. Een andere wijziging moet met enig voorbehoud worden gepresenteerd, namelijk de grote toren achter Christus. Hoewel in de architectuur links en rechts krijtlijnen zijn te ontwaren, is dat niet het geval in dit centrale element. Tevens lijkt het alsof bepaalde structuren van de lucht onder de toren doorlopen. Dat zou betekenen dat dit element pas in een latere fase van het creatieve proces werd toegevoegd, ongetwijfeld om de figuur van Christus te accentueren.3 Indien dit correct is, betekent dit een onmiskenbare ingreep in de compositie.

IRR

Pieter Lastman
Christus en de Kanaänitische vrouw, 1617 gedateerd
Amsterdam, Museum Rembrandthuis
Notes
1 Voor enkele daarvan zie Bikker/Bruijnen/Wuestman 2007, p. 245.
2 In de geschilderde versie zijn er duidelijke overeenkomsten met dit voorwerp en de manier waarop het wordt vastgehouden in de (gespiegelde) figuur links op De prediking van Johannes de Doper in het Mauritshuis (nr. 42).
3 Met dank aan David de Witt voor deze suggestie.